zondag 23 mei 2010

Zomerwiskunde



Mijn zomer gaat dit jaar niet helemaal worden als andere zomers. Althans, daar ziet het er naar uit. Vandaag heb ik lekker buiten gezeten. Een van de eerste echt lekker ‘warme’ weekenddagen van dit jaar. Als je fietst is het soms nog best koud, maar uit de wind, met een wolkeloze hemel en een voorzichtige zon hebben mijn huiswerk en ik het in de tuin toch heel wat uurtjes uit kunnen houden.
Ik voel me ontzettend blij met de komende zomer in het verschiet, mijn humeur stijgt gewoonlijk al aanzienlijk als ik gewoon naar buiten kan. Maar nu zorgen diezelfde fijne zomertemperaturen tegelijkertijd voor bedenkingen: deze zomer zou ik namelijk wel eens heel veel meer binnen kunnen gaan zitten dan afgelopen zomers. Om het even kort samen te vatten: de opleiding van mijn dromen tot professioneel wereldverbeteraar vraagt een certificaat wiskunde A. Enige mogelijkheid om dat te halen en volgend jaar te beginnen: zes weken cursus in de zomervakantie.
(Voor degenen waarbij bovenstaande vraagtekens oproept: momenteel doe ik wiskunde C, het ‘minst moeilijke’ lees ‘makkelijkste’ soort wiskunde die er op VWO niveau is.
Dit kwam zo omdat ik twee jaar geleden helaas niet wist dat ik in de toekomst eigenlijk wiskunde A nodig zou hebben, en bovendien nooit zoveel op had met wiskunde…
Let wel, ‘gelukkig’ is het verschil tussen beide wiskundes maar relatief klein en is het te ‘repareren’ in een aantal weken.)
Oke, zes weken min één week Portugal (planfoutje) maakt vijf weken waarin ik verplicht zal zijn elke dag naar Utrecht af te reizen en daar ’s ochtends wiskundelessen te volgen. Enerzijds kan ik het me voorstellen als iets leuks en positiefs en denken dat ik al mijn middagjes op het strand dan wel met mijn boeken door zal brengen, dat het toch maar één vak is en niet acht, een soort puzzelen (Wiskunde in plaats van Sudoku) waar ik verder niet zo veel mee nodig heb. Maar realistischer gezien is het eigenlijk eerder zo te omschrijven: het is elke dag. Het is helemaal in Utrecht. Het is in de zomervakantie. En het belangrijkste: het is wiskunde, een vak dat ik niet leuk vind omdat het zo abstract is, waar ik niet goed in ben, en waarvan ik na zes jaar sommetjes maken mijn eindcijfer in de zesde uiteindelijk met moeite naar een zes heb kunnen werken.

Vraag is de volgende: ga ik er voor om met dit middel mijn doel, which is, volgens schooljaar Internationale Ontwikkelingsstudies in Wageningen, te bereiken?
Er zijn mensen, kennissen , omgeving, vrienden, die vinden dat dit niet zo’n slim plan is. Waarom zou ik in godsnaam mijn zomervakantie aan mijn meest gehate vaak besteden? In plaats van lekker met hen naar het strand te gaan?
Nou weet je wat het is, misschien doe ik het juist daarom wel: misschien juist wel omdat het mijn meest gehate vaak is en ik het toch wel nodig heb dat een cursus met individuele begeleiding mij er beter in maakt zodat ik er in de toekomst minder last van heb en dan leuke dingen met vrienden kan gaan doen. Misschien juist wel omdat iedereen graag dingen met mij wil doen, ik regel de dingen toch vaak. Kan ik het er mooi mijn lesochtendjes en huiswerkuurtjes omheen plannen. Maar vooral omdat ik dit zie als een uitdaging, en ik houd wel van uitdagingen. Vorige zomer waren er mensen die het bijzonder vonden dat ik helemaal naar de Filipijnen ging om daar vrijwilligerswerk te doen omdat het me gaaf lijkt. Nu hoop ik dat mensen me steunen in mijn wiskundeplannen om zo dichter te komen bij de studie die ik graag wil doen. Ik kan niet lang stil zitten. Hoe leuk ik de zomervakantie ook vindt, het idee om een jaar te moeten wachten met studeren lijkt me vele malen erger. Achteraf gezien wordt dit mijn 2e grote zomervakantieavontuur. Dus vrienden, als jullie me nodig hebben: ik en mijn wiskundeboeken komen gerust jouw kant op. En markeer in je agenda, 22 juli, Ruim na alle examenfeestjes en andere vormen van openbare dronkenschap heb ik nóg een rede voor een feestje in mijn achtertuin…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten